Hoe wordt de diagnose COPD gesteld?

U kunt gevraagd worden om op te treden:

• Een nachtelijke oximetrie, uitgevoerd met een oximeter aan uw vinger. Deze meet het zuurstofverzadigingsniveau in het bloed tijdens de slaap.
• Een Doppler echografie, uitgevoerd met een transducer. Het wordt gebruikt om de toestand van het cardiovasculaire systeem te beoordelen.
• Hartkatheterisatie, waarbij een katheter in een slagader wordt ingebracht. Hiermee kan de bloeddruk worden gemeten.
• Een hemogram met behulp van een bloedmonster. Dit meet de hoeveelheid rode bloedcellen in het bloed.
• Een PaO2 meting, uitgevoerd door een arteriële punctie. De partiële zuurstofdruk is de hoeveelheid zuurstof die door het arteriële bloed naar de organen wordt vervoerd.
• Een 6-minuten looptest, uitgevoerd met een oximeter. Dit wordt gebruikt om de desaturatie van een patiënt tijdens inspanning te meten.
• Een hart echo. Hierdoor kan de mogelijkheid van overbelasting van de rechterhartkamer in beeld worden gebracht.

Zodra de diagnose van de ziekte is gesteld, beoordeelt de arts de psychologische en medische/sociale behoeften van de persoon met COPD. De aan- of afwezigheid van een verzorger zal deel uitmaken van de informatie die door de arts wordt verzameld om ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met de algemene gezondheidstoestand van de betrokkene en de complexiteit van elke situatie.